Guérot: “Een uitnodiging om moedig de toekomst van Europa te zien”

, by Angelique Truijens, Michael Vogtmann

Alle versies van dit artikel: [Deutsch] [English] [français] [Nederlands]

Guérot: “Een uitnodiging om moedig de toekomst van Europa te zien”
Michel Vogtmann bespreekt Europa met Ulrike Guérot. © Micheal Vogtmann | privates Foto

Ulrike Guérot, de oprichtster van het European Democracy Lab in Berlijn heeft het boek ‘Waarom Europa een republiek moet worden! Een politieke utopie’ gepubliceerd. Een paar maanden voor het Brexit-referendum heeft The New Federalist haar geïnterviewd om deze utopie te bespreken.

treffpunkteuropa.de: Het is aannemelijk om u een ‘insider’ van de Europese politiek te noemen. Hoewel u niet actief als politicus werkzaam bent, was u indirect betrokken bij het vormen van de Europese politiek. Wat heeft u geïnspireerd om dit boek te schrijven? Wat was uw motivatie?

Ulrike Guérot: Inderdaad, in de jaren negentig werkte ik voor Karl Lamers, in de werkgroep buitenlands beleid, toen het Verdrag van Maastricht werd onderhandeld. Daarna werkte ik in veel denktanks die ook betrokken waren bij dit onderwerp. Mijn leven was dicht verbonden aan het Europese project. Ik heb het boek geschreven omdat vijfentwintig jaar na het Verdrag van Maastricht, 1992 t/m nu in 2016, hebben we de politieke unie geen realiteit gemaakt. Het lijkt mij dat tijdens de Eurocrisis, en vanwege de Eurocrisis, we iedere verbinding met het politieke project van Europa hoe het had moeten zijn, zijn verloren.

Stel je voor; als ik een geïnteresseerde lezer van dit interview was, wat zou je mij vertellen? Waarom zou ik geld aan uw boek moeten uitgeven?

UG: Omdat het boek een vernieuwende toevoeging tot het debat is en het perspectief verbreedt. Het is een uitnodiging om moedig en zonder barrières over de toekomst van Europa te denken. In het boek schets ik hoe Europa echt kan functioneren. De centrale vraag betreft het concept van soevereiniteit, dat traditioneel met lidstaten in context wordt gebracht. Momenteel getuigen wij dat nationale soevereiniteit altijd in strijd is met de algemene Europese belangen, bijvoorbeeld in de vluchtelingencrisis, maar ook de Brexit en Grexit crisis. Daarom probeer ik dit concept van soevereiniteit te af te bouwen en stel ik institutionele veranderingen in Europa voor, zodat een democratisch Europa zich kan ontwikkelen.

In uw boek bekritiseert u de Europese Unie. Is uw boek dan op de een of andere manier vijandig tegenover de EU?

UG: Vijandig? We zouden eerst uitgebreid moeten definiëren wat vijandig betekent. U heeft wel gelijk, ik formuleer een strenge kritiek van de EU. Ik laat duidelijk de systemische tekorten van de EU zien, dat de EU eigenlijk niet kan functioneren, en goede en houdbare Europese oplossingen voor Europese burgers kan produceren. Als u het zo bekijkt, kunt u mij vijandig tegen het systeem noemen, omdat ik denk dat het onder te huidige omstandigheden ertoe leidt dat a) de EU zichzelf niet kan hervormen en b) nauwelijks redelijke oplossingen kan voorstellen.

In uw boek schrijft u dat politieke partijen zoals het Front National (France), FPÖ (Oostenrijk) en nu de AfD in Duitsland van dit feit profiteren. Ze wijzen de duidelijke tekorten van de EU af, terwijl het politieke midden een kritisch debat hierover ontwijkt. Denkt u niet dat u hiermee een beperkte lijn van argumentatie geeft?

UG: Jazeker! En in feite is dit ook gevaarlijk en provocatief. Maar ik sta erachter, omdat ik ermee het volgende wil duidelijk maken: ook Jürgen Habermas identificeert technocratische structuren en democratische tekorten in de EU en hierover openlijk spreekt als academicus. Nu is de vraag, waarom een academicus hierover mag spreken, maar in de politieke sfeer dit onbespreekbaar blijft? De conclusie zou moeten zijn dat we de democratische tekorten die de academicus aanwijst serieus nemen en verbeteren.

Verder claimt u dat de EU niet populair is, terwijl twee derden van EU burgers nog steeds een verlangen naar Europa hebben. Echter als we de verkiezingsuitslagen bekijken, recentelijk in Oostenrijk of in de regionale verkiezingen in Duitsland, zien wij de grootste groei van nationalistische en eurosceptische partijen, waarmee deze evaluatie in twijfel getrokken kan worden.

UG: Mijn ervaring uit de ontelbare reizen en lezingen vertelt mij dat de meeste burgers intuitief zich hebben gerealiseerd dat niet alleen de natiestaat de problemen van het continent kan oplossen. We moeten tot een soort Europese oplossingen komen. Het probleem is dat een goed Europa niet in het politieke aanbod ligt. De populisten blijven roepen: “Dit is ondemocratisch! We willen eruit!” en de anderen zeggen “Er zijn geen alternatieven, we moeten doorgaan zoals het nu is.”

Wat denkt u over de huidige dominantie van de Raad in essentiele beleidsterreinen en -beslissingen? Denkt u dat de EU begrijpelijker voor de burgers en democratischer is geworden doordat de nationaal meer bekende regeringshoofden en regeringen de Europese politiek leiden?

UG: Zeker niet. In het raamwerk van de Europese instituties is de Raad een groot probleem, omdat hier de nationale belangen iedere dag verschijnen en iedereen wil de ‘nationale kaart’ spelen als hij denkt dat dat moet. Vanuit dit opzicht is de Raad juist een cruciaal probleem van de EU.

Het besef dat de EU niet zo goed werkt, heeft ook de gevestigde politici bereikt, maar tot nu toe worden oplossingen vooral in het idee ‘meer natiestaat’ gezocht. Met betrekking tot de Brexit-discussie heeft David Cameron recentelijk verschillende suggesties gedaan om de EU te veranderen. Vaak is de kritiek op de EU door het VK gefocusd erop dat het EU budget te hoog zou zijn.

UG: Weet u, het is alsof u als lid van een tennisclub gaat zeggen ‘Ja, ik wil meedoen, maar ik ga geen tennis spelen.’ Het is dom. Het kán gewoon niet. Ik kan Cameron’s suggesties niet waarderen. Het is politiek theater om de Brexit te ontwijken. Is het EU budget te groot? Nee, natuurlijk niet. Het budget van de EU is 0,9% van het BBP van de EU. En het is in ieder geval niet genoeg voor de grote beleidsterreinen. Voor wat gedaan moet worden, namelijk de sociale en fiscale unie, in welk de euromunt gegrond is, is het zeker niet genoeg!

Waarom is de eurocrisis, resp. de Griekse crisis, zo’n centraal onderwerp van uw boek?

UG: Over de eurocrisis is veel gepubliceerd, ook vanuit de academische hoek. Deze wetenschappelijke publicaties wezen altijd naar de centrale institutionele tekorten van het EU-bewind, maar in het politieke debat worden andere discussies gevoerd. Vooral in Duitsland. De discussie werd gedomineerd door het idee dat Duitsland voor ‘voor iedereen betaalde’, dat wij het slachtoffer zijn et cetera. Ik probeer dit in het boek onderuit te halen omdat het simpelweg niet waar is.

In uw boek haalt u regelmatig het concept van de ‘Verenigde Staten van Europa’ aan, welk u definieert als een ‘federatie van natiestaten’. Dit concept verklaart u voor dood en in plaats ervan eist u de ‘Europese Republiek’. Wat bedoelt u hiermee?

UG: Eerst keek ik terug naar de geschiedenis van politieke ideeën, van Plato naar Cicero en van Aristoteles naar Rousseau en Kant: altijd als burgers samenkomen voor een politiek project hebben ze per definitie een republiek gevormd. De term republiek betekent een politiek project van burgers. En laten we de ‘founding fathers’ Walter Hallstein en Jean Monnet niet vergeten. Zij zeiden dat de essentie van het Europese project was het overwinnen van natiestaten. De suggestie van het boek is: we kunnen nu eindelijk het politieke project Europa realiseren waar de democratische, sociale en fiscale problemen aangepakt worden. Een Republiek is een beter beginpunt om deze issues op te lossen omdat de term en het idee van de Republiek een veel positievere resonantie. Men kan zich identificeren met de Republiek en ik ben ervan overtuigd dat we ermee weer mensen op een dieper emotioneler niveau kunnen raken en inspireren.

Een belangrijk concept binnen uw Europese Repbliek is de gelijkheid van alle Europese burgers. Wat bedoelt u hiermee en waar ziet u het verschil met de huidige situatie?

UG: Het verschil met de huidige situatie is relatief duidelijk. Op dit moment zijn wij burgers van verschillende natiestaten, die betrokken zijn bij een Europees project, resp. de EU. Maar de natiestaten bepalen hoe wij, de burgers van Europa, verkiezen, belasting betalen en welke rechten wij hebben. Ondanks de interne markt en de juridsiche harmonisatie, leven wij niet in één gemeeschappelijke juridische ruimte. We hebben ook geen gemeenschappelijke belastingsruimte. U betaalt verschillende belastingen hier, in Frankrijk of in Findland. Een Europees politiek project in de vorm van een republiek kan alleen worden opgezet op basis van publieke en universele politieke gelijkheid. Dan zouden wij gelijk zijn in verkiezingen, belastingen, in het recht en in toegang tot sociale rechten.

De ondertitel van uw boek laat zien dat wat u beschrijft een politieke utopie is. Flirt uw boek een beetje met zijn eigen wereldvreemdheid?

UG: Misschien. Ik heb geen probleem met stellen dat de manier waarop ik de wereld momenteel zie is niet bepaald mooi. En het was de behoefte om juist iets in contrast met de lelijkheid van de realiteit te laten zien, een esthetische schets en een beetje poëzie. Dit boek is een uitnodiging voor een dialoog en zou mensen moeten inspireren om na te denken en te dromen.

De vragen in dit interview werden gesteld door Michael Vogtmann.

Portfolio

Je commentaren
Wie ben je?

Om je gebruikersafbeelding bij je bericht te tonen moet je je eerst registreren opgravatar.com (gratuit et indolore). Vergeet niet om hier je e-mailadres te vermelden.

Vul hier je commentaar in

In dit formulier kun je de SPIP-codes {{gras}} {italique} -*liste [texte->url] <quote> <code> en HTML codes <q> <del> <ins> gebruiken. Om een nieuwe paragraaf te maken laat je gewoon een paar regels leeg.

Commentaren opvolgen: RSS 2.0 | Atom