Nadat het “Oui”-kamp, dat de steun van de overheid genoot, in Frankrijk werd verslagen waren het de Nederlanders die de finishing blow aan de grondwet gaven door 4.7 miljoen keer nee te stemmen, terwijl het vakje “Ja” maar 2.9 miljoen keer werd aangekruist. Sindsdien is de steun voor de Europese Unie, en vooral voor een federale Unie, enorm gekrompen; Niet alleen dat, maar de argumenten die werden gebruikt tegen de grondwet worden tegenwoordig nog steeds gebruikt door de Eurosceptici. Maar zo is het niet altijd geweest, er was een tijd dat de Nederlands veel minder Eurosceptisch waren en er zelfs bijna unanieme steun was voor het idee van een federale Europese staat.
Het cataclysme van de Tweede Wereldoorlog had een onmeetbare impact op de creatie van de hedendaagse wereld. West-Europa was een enorme puinhoop en was compleet afhankelijk van buitenlandse legers voor de wederopbouw en veiligheid. In deze context groeide de steun voor een Europese superstaat exponentieel; alleen samen konden de Europese landen het vooruitzicht van nog zo’n desastreuze oorlog voorkomen, en in mindere mate ook samen weerstand bieden tegen het rode gevaar, de Sovjet-Unie.
Federalistische bewegingen ontkiemde overal in het westen van ons continent, en nationale leiders gingen snel aan het werk om dit proces van politieke unificatie aan de gang te brengen. In 1948 werd in Den Haag het Congres van Europa gehouden waarin de grondvesten werden gelegd voor de creatie van de Raad van Europa, en in 1952 werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal gecreëerd (EGKS), waardoor een toekomstige oorlog tussen Frankrijk en Duitsland praktisch onmogelijk werd. De Europese Defensiegemeenschap, dat een Europees leger had moeten worden, werd ook in deze tijd geschapen, al werd dit al snel vervangen door trans-Atlantische militaire integratie (NAVO).
Paul-Henri Spaak, één van de Founding Fathers van de Europese Unie, gebruikte zijn positie in de Gemeenschappelijke Vergadering van de EGKS (de voorganger van het Europees Parlement) om een Ad Hoc Vergadering op te zetten, met het doel om een Europese grondwet te schetsen voor 1953. Een van de hoofddoelen was om de Defensiegemeenschap en de EGKS samen te voegen tot één organisatie. Deze organisatie zou de controle hebben over een Europees leger en alle staalhandel en -productie. Een ander doel was het coördineren van een gezamenlijk buitenlands beleid van de deelnemende landen, oftewel de beginselen van een federaal, dan wel confederaal, Europa werden gelegd.
Het doen verdwijnen van de Frans-Duitse rivaliteit was ongetwijfeld één van de speerpunten van de EGKS, maar toch waren deze twee landen niet de enige twee die iets over de nieuwe grondwet te zeggen hadden. De Nederlands drongen aan op een tal van ideeën, waaronder het hebben van een uniform electoraal systeem in Europa, het verdelen van de zetels in de Europese Senaat (wat nu de Europese Raad is) naar het Amerikaanse systeem om zo de wil van de kleine staten te beschermen, en last but not least het integreren van Europa tot één economisch blok. Alleen dit laatste idee werd geaccepteerd, en dat was te danken aan het Nederlandse doorzettingsvermogen. “Geen politieke integratie zonder meer economische integratie” werd het motto van de Nederlandse Kamerleden die in de Gemeenschappelijke Raad vergaderden. Jammer genoeg zou dit pas veertig jaar later leiden tot echte economische integratie wanneer de Euro werd ingevoerd.
Gezien deze omstandigheden zwoer de president van de Europese Beweging Nederland, een pastoor bij de naam Tjeerd Oeds Hykelma, om een referendum over de publieke steun voor Europese eenwording te organiseren. Dit zou geen officieel referendum worden, dus kon het onmogelijk door heel het land worden gehouden. Tjeerd koos er dus voor om het in twee gemeentes te houden: Delft en Bolsward, een kleine gemeente in Friesland. Opiniepeilingen in deze twee gemeentes hadden accuraat de uitkomst van de landelijke verkiezingen in 1952 voorspeld, dus zouden ze als beste de wil van het Nederlandse volk kunnen weerspiegelen. Ondanks dat dit een burgerinitiatief was, en dus niet door de overheid werd georganiseerd, trok dit referendum veel aandacht en politici wisten niet hoe snel ze vanuit Den Haag naar deze twee gemeenten moesten komen en massaal campagne te voeren voor de Europese eenwording. De politici waren zo overweldigend pro-Europa dat, na het referendum, de burgemeester van Bolsward zijn excuses aanbood omdat het publieke debat zo eenzijdig was, terwijl dit niet eens zijn fout was. De enige partijen die tegen de eenwording campagne voerden waren kleine partijen die zich aan de extreme kanten van het politieke spectrum bevonden, de Communisten en de Gereformeerde Kerk.
Delft en Bolsward ademde federalisme in de dagen voor het referendum. Bakkers maakten speciale cakes met de welbekende groene ‘E’ op een witte achtergrond, kleermakers maakte de vlag van Europa speciaal voor deze gebeurtenis, huizen en kerken hesen de vlag van Europa, fietsen werden gedecoreerd met Europese symbolen en scholieren moesten essays over Europa schrijven. Als resultaat hiervan was de opkomst van het referendum enorm; 88.2% in Bolsward en 74.8% in Delft, en dat terwijl het ongelooflijk hard regende. Het verhaal gaat dat een oudere man uitgleed en op de natte grond viel toen hij het stembureau verliet en toen zei dat dat “het waard was”. De politie en een lokale universiteit reden zelfs rond in mobiele stembureaus om zo immobiele mensen toch te laten stemmen. Europa was belangrijk voor mensen, en niet zo’n klein beetje ook.
In Delft stemde 93.1% van de 27 duizend stemmers voor een verenigd Europa. “Ja”. De Friezen waren zelfs nog federalistischer dan hun Hollandse neven, want 96.6% van de inwoners van Bolsward stemde voor het verenigen van Europa. “Ja”.
Best een verschil met de 38.46% van de Nederlandse stemmers die in 2005 voor de Europese grondwet stemden.
1. Op 12 maart 2018 om 20:26, by Valéry Replying to: Toen Nederland nog federalistisch was
How do you explain that evolution ? Isn’t the gap between the promises of the European Union process and the real but modest achievements the cause for that desillusion ? The EU being far from a federation keeps an intergovernemental process based on classical diplomacy that mau be percieved as advantaging the largest states.
Commentaren opvolgen: |